Zonder titel

Het had niet veel gescheeld of ik had het in één dag uit. (Iets met een dagelijks leven dat ondertussen ook gewoon doorgaat.) Niet dat dit me verbaast. Ik had na het lezen van ‘Er is geen vorm waarin ik pas’ kunnen weten dat dit zou gebeuren. Dat ik bij het openslaan van het boek gedoemd zou zijn het in één keer uit te moeten lezen. Wat overigens vele malen erger klinkt dan het is.
Even een greep uit de dingen die dit boek zo de moeite waard maken. (Hoewel het natuurlijk gaat om hoe dat alles met elkaar is verweven in één boek hè, dat snap je).
Van de realistische dialogen (wat ik zó knap vind wanneer het om kinderen of jongeren gaat) tot de humor (van een zachte grinnik tot hardop lachen) die zich als (noodzakelijke) lichtpuntjes verspreid over die wanhopige, verdrietige situatie waarin Joshua verkeert. En van de prachtige tekeningen van Martijn van der Linden tot de stickertjes die onthoudwaardige zinnen markeren.
Onthoudwaardige zinnen als:
“Kan dat, verliefd zijn als je vijf bent? Of noem je dat niet zo? Als je je alleen maar oké voelt als zij er is?” (p. 39)
“Ik vind dat een heel goede uitvinding, huisdieren. Vooral voor de periodes waarin het niet lukt om mee te doen met de rest van de wereld. ‘De blauwe periodes’ noem ik ze. Gepikt van Picasso.” (p. 50)
“Mijn oren zijn niet op de juiste manier voorbereid op het lawaai dat de wereld maakt.” (p. 62)
“Ik heb een briefje naar school geschreven dat je niet naar school mag van de dokter, appte ze vanochtend.
Ik kom je om negen uur halen, we gaan naar Uglow in het More. Niet googelen, want dan heb je alles al gezien en dan ben je straks weer teleurgesteld.
Waarom gaan we op een doordeweekse schooldag naar een museum? vroeg ik.
Omdat alleen mooie dingen helpen, antwoordde ze.” (p. 136)

Afijn, lees dit.
Want mooie dingen helpen.
Echt.