Ik vond dit boek in het @arnhemsboekencafe en hoewel ik een boek van mezelf bij me had waarvan ik van plan was het daar te lezen, was er ineens een ander plan en las ik, tot ik weer wegging (en daarna), dit. Waarom? Ik merk dat ik dat maar lastig kan uitleggen. Want ja, het greep me, maar niet altijd omdat ik het herkenbaar vond. Van sommige passages vroeg ik me zelfs af hoe het mogelijk was dat zoiets op die manier in iemands hoofd verschijnt. En toch. Herkenning is blijkbaar geen vereiste voor iets om je te kunnen grijpen.

Ik heb zo’n twee à drie keer op het punt gestaan erin te stoppen, het weg te leggen en er oké mee te zijn dat ik het niet zou uitlezen. Dat is eenzelfde aantal keer mislukt. Mijn nieuwsgierigheid naar de afloop won het van de passages die me een beetje tegenstonden (en soms zelfs met een lichte afkeer vervulden) en het onbegrip over sommige gedachtenspinsels en verwoordingen. Niet per se omdat ze zo nietsverhullend waren, maar eerder complex.

“Hoe moet je zijn?” is rauw, ontroerend, complex (soms zelfs op het onbegrijpelijke af), lief en achtbaanachtig. Kortom: net het leven zelf. En vooral: precies zoals ik het leven graag heb. Het deed me denken aan een van mijn allerlievelingsgedichten: ‘Zomernacht’ van C.O. Jellema; ik begreep niet alles woordelijk en toch snapte ik het. Of misschien beter: ik voelde het en daarom snapte ik het.